Geboorteregeling

HET TEEFJE 

De vrouwelijke hond wordt gemiddeld 2 keer per jaar loops. De loopsheidperiode is de periode waarin het teefje vruchtbaar wordt en duurt ongeveer 3 weken, maar er zijn individuele verschillen. De eerste loopsheid vindt plaats op een leeftijd van 6 tot 12 maanden, bij kleine rassen vaak eerder dan bij grote. Rond de elfde tot dertiende dag, nadat de bloeding is begonnen, is het teefje het vruchtbaarst. Dit zijn echter indicatieve dagen, want soms kan dit reeds een week eerder of later het geval zijn. Tijdens de vruchtbare dagen kan het teefje proberen te ontsnappen om zich te laten dekken. Daarom is het aangeraden om tijdens de gehele loopsheid het teefje aangelijnd uit te laten.

De uitwendige tekenen van loopsheid zijn gemakkelijk te herkennen:

  • Een gezwollen vulva 
  • Bloedverlies uit de vulva gedurende 1 tot 3 weken
  • De teef wordt aantrekkelijk voor reuen

Wilt u niet kweken met uw hond, dan is het aangeraden om uw hond te laten steriliseren. Onder sterilisatie van de hond verstaan we het wegnemen van de eierstokken (ovariëctomie) of het wegnemen van de eierstokken en de baarmoeder (ovariohysterectomie).

Juiste tijdstip sterilisatie: Preventieve sterilisatie wordt aangeraden vanaf 6 maanden. Dit mag dus vóór de 1e loopsheid. Heeft uw hond al loops gestaan, dan gebeurt de sterilisatie best 2 maanden na de loopsheid (rustfase hormonencyclus).

Voordelen sterilisatie:

  • Geen loopsheid of hinderlijk bloedverlies in huis
  • Geen risico op ongewenste dekking
  • Geen risico op schijndracht: sommige teven worden 6 à 8 weken na de loopsheid ‘schijnzwanger’. Ze gedragen zich alsof ze een nestje gaan krijgen. De melkklieren zijn gezwollen en soms is er zelfs melkproductie. Ze maken een nestje met allerlei materiaal. Hun gedrag verandert ook tijdens de schijndracht. Sommige honden worden erg aanhankelijk, andere agressief of depressief, wat dan weer een invloed op de eetlust kan hebben. 
  • Geen baarmoederontsteking: dit is een potentieel levensbedreigende aandoening die vaak voorkomt bij oudere intacte teven.
  • Sterk verlaagde kans op melkkliertumoren (borstkanker): dit is de meest voorkomende tumor bij de teef. Een niet-gesteriliseerde teef heeft tot 26% kans op melkkliertumoren. Er zijn duidelijke hormonale invloeden vastgesteld. Zo gaat er een beschermend effect uit van het vroegtijdig steriliseren. Afhankelijk van het tijdstip zal de kans verminderen met 4x (voor de leeftijd van 2 jaar), 10x (tussen de 1e en 2e loopsheid) of zelfs 200x (voor de 1e loopsheid). Dus hoe vroeger u uw hond laat steriliseren, hoe beter.
  • Suikerziekte is makkelijker te controleren bij gesteriliseerde teven.

Mogelijke nadelen sterilisatie:

  • Gedragsverandering: gesteriliseerde teven hebben soms de neiging om rustiger te worden. Dit brengt uiteraard met zich mee dat ze sneller zullen verdikken. Gewichtstoename is makkelijk te voorkomen door je hond voldoende beweging en aangepaste voeding (en voedingshoeveelheden) te geven.
  • Incontinentie: heel af en toe gebeurt het dat een teefje urine gaat druppelen na sterilisatie. Dit kan zelfs enkele jaren na sterilisatie voorkomen, maar kan uiteraard ook voorkomen bij niet-gesteriliseerde teven.
  • Beharing: soms wordt de vacht wat dradiger of dunner (vaak rasgebonden).
  • Geen enkel nadeel dat kan optreden na een sterilisatie is levensbedreigend terwijl de ziektes die voorkomen worden door een sterilisatie dat wel zijn.
  • Daarenboven komen baarmoederontstekingen en melkkliertumoren vaak voor, en incontinentie slecht zelden.

 DE REU

Bij de castratie van de reu worden via een kleine incisie beide testikels verwijderd. Hierdoor wordt de zaadvorming gestopt en de productie van mannelijke hormonen sterk verminderd, waardoor de reu zijn belangstelling voor loopse teven verliest.

Het is niet noodzakelijk om elke reu te laten castreren, maar volgende klachten kunnen tot deze beslissing aanleiding geven:

  • De reu probeert steeds weg te lopen wanneer er zich in de buurt een loops teefje bevindt.
  • De reu vertoont tekenen van hyperseksualiteit, zoals in huis plassen of tegen iemand “oprijden”.
  • De reu vertoont dominant tot agressief gedrag tegenover andere reuen.
  • Bij bepaalde lichamelijke aandoeningen, zoals prostaatvergroting, testikeltumor,…

Iedere volwassen hond kan in principe worden gecastreerd. Het is mogelijk dat hij daarna rustiger wordt, zodat zijn lichaamsgewicht goed moet worden opgevolgd om te vermijden dat hij gaat lijden aan overgewicht. Het is nodig aangepaste voeding en/of voedingshoeveelheden te geven na de castratie.

Als men niet zeker weet of het ongewenste gedrag van de hond te wijten is aan zijn hormonale productie, kunnen we eerst opteren voor een “chemische” castratie. Met behulp van een inspuiting wordt tijdelijk de productie van mannelijke hormonen stil gelegd. In die tijd kan worden beoordeeld of de klachten verminderen. Als het ongewenst gedrag onveranderd blijft, wordt het duidelijk niet veroorzaakt door mannelijke hormonen, maar wijst het op gedragsproblemen, die een andere aanpak vereisen. Verdwijnen de problemen wel, dan is castratie zinvol om een blijvende oplossing te bieden.

Voor een korte fotoreportage van een castratie, klik hier

<naar hoofdpagina honden>