De operatiepatiënt

Er kunnen veel redenen zijn waarom uw huisdier een ingreep moet ondergaan. Het kan gaan om een zogenaamde routine-ingreep (bv. sterilisatie, castratie, …) of om een gecompliceerde operatie (bv. knie-operatie, miltextirpatie, …) Enige toelichting omtrent wat een operatie van uw huisdier juist inhoudt, is noodzakelijk, omdat zelfs routine-ingrepen een mogelijk risico met zich meebrengen. De recent ontwikkelde verdovingsmiddelen en anesthesiebewaking herleiden dit risico echter tot een strikt minimum.

Voorzorgen die u in acht moet nemen:

  • Het dier moet nuchter worden aangeboden. Ongeveer 12 uur voor de operatie mag uw huisdier geen vast voedsel meer krijgen, het drinken mag wel blijven staan.
  • Tevens is het belangrijk dat uw huisdier voor de ingreep uitgebreid de mogelijkheid heeft gehad om zijn behoefte te doen. Laat uw hond best nog even uit vooraleer hem binnen te brengen.

Het preoperatief onderzoek

Voor de operatie zal de dierenarts een klinisch onderzoek bij uw huisdier uitvoeren. De dierenarts controleert de ademhaling en het hart om eventuele risico’s tijdens de narcose te vermijden. Bij oudere honden gaan we bij sommige indicaties tevens over tot bloedonderzoek om afwijkingen aan bijvoorbeeld lever of nieren te kunnen diagnosticeren.

De narcose

Vooraf wordt uw huisdier gekalmeerd met behulp van premedicatie (sedatief). Dit sedatief, dat uw huisdier in een rusttoestand brengt, wordt ingespoten in de spier of rechtstreeks in de ader. Door dit kalmeermiddel wordt de hoeveelheid verdovingsstof die nodig is om uw huisdier onder volledige anesthesie te brengen, verminderd en worden eventuele neveneffecten van die verdovingsstof vermeden.

Na de premedicatie wordt uw huisdier naar de hospitalisatieruimte gebracht, waar het kalmerend effect van de premedicatie in alle rust en stilte kan inwerken.

Na circa een kwartier wordt uw huisdier naar de operatieruimte gebracht, waar een katheter wordt ingebracht. Via deze katheter wordt vervolgens de verdovingsvloeistof toegediend. Afhankelijk van de ingreep beslist de dierenarts of er gasanesthesie nodig is. Het doel van de verdoving is het pijngevoel en bewustzijn van uw huisdier uit te schakelen.

De postoperatieve zorgen

Als gevolg van de narcose treedt er een daling op van de lichaamstemperatuur. De ademhaling en bloedcirculatie vertragen immers onder invloed van de narcose. Bij het ontwaken is het derhalve zeer belangrijk om aandachtig te observeren of al deze functies zich optimaal herstellen.

Het ontwaken gebeurt in onze praktijk in daarvoor speciaal ontworpen hospitalisatiekooien. Deze kooien hebben ofwel vloerverwarming, ofwel warmtelampen, zodat uw huisdier snel zijn normale lichaamstemperatuur opbouwt. Bovendien is er voor gezorgd dat uw huisdier zich niet kan verwonden bij zijn eerste wankele pogingen om terug recht te komen. De ademhaling mag niet worden belemmerd, daarom wordt uw huisdier met gestrekte hals in de kooi gelegd.

Om een rustig ontwaken mogelijk te maken bevindt het dier zich best in een niet te heldere, niet te luidruchtige omgeving. Daarom zullen wij slapende dieren niet naar huis laten gaan. Uw huisdier mag pas naar huis indien het volledig wakker is en dit ondanks het ongeduld en ongerustheid waarmee u op zijn thuiskomst zit te wachten.

 De nazorg thuis

Hier geldt dezelfde regel als postoperatief: geef uw huisdier een warme, rustige en niet te lichte omgeving, waar het zich niet kan bezeren. Van zodra het dier ertoe in staat is, mag het drinken. Voeding geeft u best niet gedurende 12 uur na de operatie. Maar aangezien dit ook van de ernst van de operatie afhangt, zal uw dierenarts dit duidelijk vermelden bij afhalen.

Een hond kan u best even uitlaten om zijn behoefte te doen. Uitlaten gebeurt onder controle (leiband of beperkte ruimte). Springen en spelen dient u te vermijden totdat de wonde stevig genoeg is.

Na vijf dagen is de huidwonde meestal stevig genoeg om normale activiteiten toe te laten. Na 10 dagen vragen wij u om op controle te komen, zodat de huidhechtingen kunnen verwijderd worden en we de wondheling kunnen controleren. Deze controle is kosteloos.

Als u postoperatieve medicatie meekrijgt, zullen we niet nalaten de juiste dosering op de verpakking of het medicatiezakje te vermelden. Meestal moet deze medicatie pas de dag na de operatie worden opgestart, omdat gelijkaardige medicatie tijdens of vlak na de operatie intraveneus of intramusculair werd toegediend.

Waarop moet u attent zijn na de operatie?

  • U moet vermijden dat uw huisdier overmatig gaat likken of bijten aan de wonde. Dit euvel kan eventueel verholpen worden een verband of ‘medical pet shirt’. In sommige gevallen zullen we opteren voor een hondenkraag.
  • Na een twee- tot drietal dagen zou de eetlust van uw huisdier volledig hersteld moeten zijn. Braken één dag na de operatie is abnormaal.
  • Overvloedig nabloeden (een paar druppeltjes bloed is wel normaal).
  • Overmatig zwellen van de wonde.
  • Overmatige productie van wondvocht.

Heeft u twijfels na de ingreep, aarzel dan niet om met ons contact op te nemen.

<naar hoofdpagina honden>